Ik ben een kleuter, ik wil spelen

De taak van ons, de onderbouwleerkrachten, is dan ook om het spel mogelijk maken, in welke vorm dan ook. Wij creëren speelsituaties en bieden spelmateriaal aan. Maar de rol van een onderbouwleerkracht gaat verder. Spelen gaat namelijk niet altijd vanzelf; kinderen moeten geholpen worden om hun spel op gang te brengen, om verschillende spelactiviteiten te ondernemen en om het spel op niveau te brengen en te houden. Wanneer kinderen de ruimte krijgen om te spelen, zullen ze zich ontwikkelen. Spelen stimuleert de motorische ontwikkeling, de sociale vaardigheden, maakt ervaringen met de wereld mogelijk, vergemakkelijkt het omgaan met emoties, stimuleert taalontwikkeling, lokt uit tot probleemoplossend denken en zorgt ervoor dat de jonge grip krijgen op de wereld om hen heen.

Verschillende activiteiten

Hoera, 4 jaar. En dan mag je naar de basisschool. Op school breidt de vertrouwde wereld van thuis zich uit met een nieuwe leerkracht, klasgenootjes, allerlei regels en routines en een nieuwe ruimte waar veel tijd doorgebracht gaat worden.

Bij ons op school vinden we een hoge betrokkenheid, veiligheid, plezier en verantwoordelijkheid erg belangrijk.

Als jonge kinderen zelf kunnen ontdekken en onderzoeken is de betrokkenheid hoger. Wij vinden daarom vrije keuze in het spel heel belangrijk. In de klas kunnen de kinderen via een planbord zelf activiteiten kiezen om mee aan de slag te gaan Door een ruim aanbod aan materialen bieden we de kinderen in de klas veel mogelijkheden om te kiezen uit:

  • Ontwikkelingsmaterialen
  • Puzzels
  • Constructiemateriaal
  • Zand/water/klei
  • Vaste hoeken zoals een huishoek en een bouwhoek

Regelmatig zijn er spelletjesmiddagen waarbij de kinderen in kleine groepjes gezelschapsspelen doen olv kinderen uit groep 7 en 8. Zo leren de kinderen spelenderwijs omgaan met winst en verlies, omgaan met regels, logisch denken, inoefenen van cognitieve vaardigheden en het sociale aspect om samen iets te doen.

Jonge kinderen ontwikkelen zich sprongsgewijs. Dit vraagt om een andere aanpak dan bij oudere kinderen. Het kan zijn dat een kind extra uitdaging of extra instructie/ondersteuning nodig heeft. Wij willen kinderen iets leren door de juiste voorwaarden te scheppen om de ontwikkeling te stimuleren. Wij vinden het tevens van grote waarde dat een kind, binnen de groep, zichzelf mag zijn.Om een kind verder te helpen in zijn ontwikkeling observeren we. Observeren is niet alleen kijken op afstand maar ook in gesprek gaan met de kinderen, meespelen en vraagstukken opwerpen. De verkregen informatie wordt verwerkt in een registratiesysteem: Parnassys.

Ons onderwijsaanbod verloopt via thema’s. De thema’s worden uitgewerkt via ideeën naar activiteiten. Ter ondersteuning maken we hiervoor gebruik van de methode Kleuteruniversiteit.In de klas wordt een langere tijd aan een thema gewerkt. Na de afsluiting van een thema volgt altijd een themaloze week.

Jonge kinderen hebben door de dag heen behoefte aan structuur. Daarom maken we de activiteiten mbv dagritmekaarten visueel. Hierdoor weten de kinderen wat we wanneer gaan doen. Veel activiteiten die elke dag terugkomen worden ondersteund met een versje of liedje. Kinderen ervaren steun bij deze routines.

Kleuters hebben een grote behoefte aan bewegen. Buiten spelen is hier bij uitstek geschikt voor. Niet alleen voor de motoriek, beweging en ontspanning maar ook omdat kinderen hier sociaal een stuk sterker van worden. Door samen buiten te spelen oefenen de kinderen sociale vaardigheden spelenderwijs.

Samen op eigen kracht